zaterdag 15 januari 2011

Luang Prabang, Laos


Het werd (ruim) tijd voor een update....

Op 5 oktober heb ik Maleisië verlaten, via Rantau Panjang. Bus 29 stopt vlakbij het Kompleks Imigresen.
Daar eerst een exit-stempel gehaald voor Maleisië en iets verderop de arrivalcard (Thailand) ingevuld en een stempel met een visum voor 15 dagen in m'n paspoort. In Sungai Kolok (dat is in Thailand) naar het station gelopen, iets van een kilometer. De trein van 11.30 uur bleek niet te gaan vandaag, die van 14. 20 uur wel. Er waren geen bedden beschikbaar, maar ik moest om 12 uur nog maar eens naar het loket komen en dan eventueel een upgrade kopen. Eerder dan 12 uur kwam de man zelf al naar me toe om te zeggen dat er een bed beschikbaar was. Top.
De trein van 14. 20 vertrok uiteindelijk om 15.30 uur, aan dat soort vertragingen kan de NS nog een puntje zuigen, haha. Tweeëntwintig uur later stapte ik uit in Hualamphong, het centraal station van Bangkok. Pas de derde taxichauffeur wilde zijn meter gebruiken, de eerste vertelde dat hij kapot was, de meter dan, hè, en de tweede vertelde dat er een trafficjam was (?). Nou ja, hotel genomen waar ik al eerder was in Soi Rambuttri, in de buurt van Khao San.

De eerste paar dagen in Bangkok buitengewoon weinig gedaan, ja, een paar boeken gekocht, gelezen, dat was het ongeveer wel.

Op een avond naar bed gegaan in Green House Guesthouse, Soi Rambuttri, Bangkok.
Voor het naar bed al geconstateerd dat ik wel erg vaak was gestoken door muggen, dacht ik. Ik had gisteren overdag al een coil, dat is zo'n antimuggen-spiraal, laten branden. Dat leek evenwel niet erg te helpen. Met DEET op het lijf het bed ingestapt. Rond 4 uur werd ik wakker en ik verging van de jeuk.
Toen ik terug kwam naar het bed zag ik, wat rondkruipen op het bed. Bij nadere inspectie bleek het helemaal vol te zitten. Ik weet niet wat voor soort het was, maar ik heb er een aantal doodgedrukt en en die zaten vol met (mijn) bloed. Het leken wel een soort kevertjes, getver. Geen wonder dat ik zo'n jeuk had. Meteen het besluit genomen daar weg te gaan. Ik ben naar een ander hotel gegaan, ook op Rambuttri, die bleek nog een kamer te hebben, maar ik kon daar niet eerder dan om 5 uur terecht, dat kon wel, maar dan moest ik deze nacht ook nog betalen, dat was om iets van 4.20 uur. Dus, ik dacht, ik ga nog even pinnen, ik heb toch de tijd tot 5 uur en dan heb ik in ieder geval genoeg geld voor de aankomende dagen. Dat had ik waarschijnlijk beter niet kunnen doen. Ik heb geld opgenomen en dat is genoeg voor de aankomende dagen, totdat ik vertrek uit Bangkok en Thailand, dat is dan het goede nieuws. Het was zo'n atm, en in Ubud (Bali) ben ik daar ook tegen aan gelopen, die geld geeft, je opnameslipje, maar geen piepje dat je je kaart niet moet vergeten/ eruit moet halen en dat is nou precies wat is gebeurd. Ik ben terug gelopen naar het hotel, wilde uitchecken en toen zag ik dat de kaart niet in mijn portemonnee zat.. Ik ben terug gesprint, maar de kaart zat niet meer in de gleuf van de atm.

In de loop van de ochtend ben ik even bij die bank naar binnen gestapt en meteen werd er iemand gebeld, die ik aan de telefoon kreeg. Verhaal gedaan en aan de hand van de locatiecode die op de slip staat kon men zien dat de kaart nog in de machine zit. Goed nieuws, zou je denken, maar op grond van internationale afspraken tussen banken wordt in zo'n geval de kaart vernietigd.
Bank gebeld via Skype; kaart is geblokkeerd en er wordt een verse toegestuurd. Zo simpel is het.
Ik heb genoeg contanten om het tot maandag (dag van vertrek naar Nederland) uit te zingen en voor noodgevallen heb ik mijn creditcard nog.
Never a dull moment!

Ik ben die dag met de ferry naar Tha Chang gegaan en vandaar naar de Lam Meuang (City Pillar) van Bangkok gelopen, langs het stadhuis. Daarna doorgegaan naar het Corrections Museum, gevestigd in een voormalige gevangenis. Het was niet geopend, maar door de tralies kon ik wel zien waar het over ging. Allerlei martelmethoden die de Thais in vroeger jaren gebruikten. Lekker, hoor!
Doorgelopen naar Chinatown, heerlijke drukte en vandaar met de ferry weer terug naar Phra Arthit.
In de ochtend van 10-10-10 eerst een kaartje voor de minibus naar het vliegveld voor maandag geregeld. Ontbeten. Ingecheckt bij Air Berlin, boarding pass geprint en naar de kapper geweest. Ik ben er klaar voor.

In de periode 10 oktober tot 8 december ben ik in Nederland geweest. Familie en sommige vrienden gezien, dat was aangenaam. De meeste tijd ben ik bij Liesbet geweest, heerlijk.

Op 9 december ben ik weer terug in Bangkok, zelfde hotel, Rambuttri Village. Vlucht van Düsseldorf naar München en van München naar Bangkok ging goed. Niet langer dan een uur geslapen. Vanaf München is het 10 uur vliegen. In Bangkok de (want op 23-08-2010 geopende) kersverse City Line genomen, 15 baht (introductieprijs tot einde 2010 daarna 45 baht) en van Phaya Thai een taxi naar Soi Rambuttri. Ingecheckt en eerst maar eens een douche genomen, heerlijk.
Wat is het hier toch heerlijk licht en warm, maar vooral het licht is zóóó lekker. In Nederland was het erg grijs en koud toen ik weg ging.

In Bangkok ben ik naar het Songkran Niyosane Forensic Medicine & Parasite Museum geweest, creepy dingen daar, veel foto's van heel erg dode mensen, wonden door allerlei oorzaken, dode babies op sterk water, afgerukte ledematen en nog veel meer in plastic gegoten, gezellige baterieën, malaria, Elephantitis, schedels, botten, you name it. Zelfs een paar gemummificeerde lijken, nogal knullig tentoongesteld. Na dit vrolijke intermezzo met de ferry naar Chinatown en daar naar Wat Tramit geweest, met een -naar verluid massief- gouden Buddha van 3,5 meter hoog, mooi.

Ik heb ook veel gelopen in Bangkok, o.a. naar Lak Meuang, de City Pillar van Bangkok, het is een zwaar religieuse plek, maar ook de plek vanwaar afstanden worden gemeten, met de City Pillar als beginpunt. Ruim een half uur rondgehobbeld, daar. Op weg ernaar toe werd ik aangesproken door een stel jongeren die mij, in het kader van hun opleiding wilden interviewen over..... mode. En, zeg nou zelf, wie kun je daarover nou beter interviewen dan mij!!! Met de ferry over de Chao Praya naar Central Pier gegaan en vandaar de skytrain(koud!!!) genomen naar Victory Monument, de plek waar ik in mei 2010 foto's nam terwijl Center One werd geblust. Het deel van het gebouw dichtbij de toegang tot de skytrain is nu afgebroken en in het andere deel is men druk aan het werk.

In Khao San Road zag ik Floortje Dessing nog, die was daar bezig met filmen, leuk.

Op vrijdag 17 december 2010 ben ik na het ontbijt richting ferry gegaan, naar Central Pier en vandaar met de Skytrain naar Phaya Thai, en door met de City Link naar het vliegveld. Ik was daar iets van half 1. Daar zag ik dat de vlucht van Silly en Aart toen al was garriveerd..
Uiteindelijk rond half 2 kwamen ze gate uit. Leuk ze hier te ontmoeten. City Link terug naar Phaya Thai en vandaar taxi naar Chinatown.
Ingecheckt in hun hotel en daarna even naar de ferry gelopen en daar wat gedronken en wat gegeten.

Met Silly en Aart op een dag een longtailboat genomen naar de floating market Taling Chan, bij Thonburi in de buurt. Ons laten afzetten bij Phra Arthit en daar over Rambuttri en Thanon Khao San gelopen, na een lunch. Daarna ferry naar Central Pier en vandaar tuk-tuk naar Lumpini Park. Daar ruim een uur door gebracht. Veel sporters, muziek, erg leuk. Taxi naar China Town, daar bij een paar stalletjes wat gegeten.
Met hen in Bangkok naar Jim Thompson's House geweest.
Jim Thompson was een Amerikaanse ondernemer en kunstverzamelaar. Hij heeft de zijdehandel in Thailand een flinke boost gegeven. Hij is tijdens een wandeling in 1967 in de Cameron Highlands in west Maleisië verdwenen. Er is nooit meer iets van hem vernomen. Het feit dat zijn zus hetzelfde jaar in de VS werd vermoord gaf aanleiding tot allerlei speculaties en complottheorieën. Dit werd ook gevoed door het feit dat Thompson in de Tweede Wereldoorlog voor de OSS werkte in Thailand, de OSS is de voorloper van de CIA.
Het huis is een echt prachtig houten huis met een mooie tuin, midden in Bangkok, met daarin een mooie verzameling heel oude objecten en beelden en spullen die Thompson indertijd zelf gebruikte.

Op 23 december hebben we vanaf station Thonburi de trein genomen naar Kanchanaburi. Mooie en relaxte treinreis. Intrek genomen in VN Guesthouse, www.vnguesthouse.net
We hebben een kamer op de rivier, de Mae Nam Khwae, bij ons beter bekend als de river Kwai, ik heb er 1 met drie bedden, altijd makkelijk, haha. Als er een boot voorbijkomt lig je even lekker te deinen.
Die dag naar het museum geweest en naar de er tegenoverliggende begraafplaats, waar ook heel veel Nederlanders liggen. De dag erop een tour gedaan, met minibus heen, naar de Erawan watervallen, met in 1 van de watervallen voetmassage-visjes, die eelt van je voeten afknabbelen, in Thailand zijn er heel veel van dit soort vis/voetmassage bedrijfjes waar je met je voeten in een aquarium zit, hier is het puur natuur en een heel raar gevoel, dat geknabbel aan je voeten.
Ik vond de Hellfire pass heel indrukwekkend, onvoorstelbaar veel mensen hebben hier het leven gelaten onder onmenselijk zware omstandigheden. Met de trein terug over een deel van de zogenoemde dodenspoorlijn en natuurlijk de brug zelf, waar het echt barst van de toeristen.

Op eerste kerstdag was er een buffet in het guesthouse. We aten samen met de Finse dames Aila en Lisa, die de dag ervoor ook mee waren op het tourtje. Een gezellig stel vrouwen, achter in de 60. De rest van de dag: in Chinese tempel geweest en vervoer uitgezocht voor naar Sukothai. Na lang 5-en (en 6-en) gaan we naar Ayutthaya, blijven daar een nacht en pakken dan de nachttrein naar Chiang Mai en laten we Sukothai links liggen (letterlijk en figuurlijk). Op de tweede kerstdag zijn we met een minibus naar Ayutthaya gegaan. Aldaar door de chauffeur langs diverse hotels/guesthouses gereden voordat we een geschikte vonden: Tony's Place, in de straat waar ik eerder verbleef. De dag er op een longtailboottochtje langs diverse tempels. 's Avonds met de trein naar Chiang Mai, waar we de volgende ochtend aan kwamen. Ik zat weer in Rendezvous guethouse, in een kamer waar ik eerder zat. Silly en Aart zitten 1 nacht in een ander hotel en konden de dag erop er ook terecht.

In Chiang Mai met Silly en Aart naar de belangrijkste tempels geweest, Wat Phra Singh en Wat Chedi Luang. Daar ook geluncht. Lekker. We zijn een paar avonden naar het plein geweest, waar een zogenoemde countdown party was, allerlei optredens, richting einde van het jaar 2010. Overal stalletjes met eten en drinken, geweldig! Gedrieën nog een voetmassage genomen op het plein, was lekker.

Op Oudejaarsdag hebben we afscheid van elkaar genomen, zij zouden naar Pai (westwaarts) en ik naar Chiang Rai, richting oosten. Ik ben er met de bus naar toe gegaan. 's Avond heb ik Surinaams gegeten in restaurant Sranang, Chiang Rai, eigendom van een Surinamer.

De jaarwisseling meegemaakt op het plein rond de Clocktower, het centrum van Chiang Rai, het was er beredruk. Veel vuurwerk maar ook heel veel rijstpapier-achtige kokers, aan de bovenkant dicht, ongeveer een meter hoog, met onderin een vuurtje die worden opgelaten en daarvan dan honderden, een prachtig gezicht, het is de bedoeling dat je hem oplaat en daarbij dan een wens doet.

Na een paar dagen Chiang Rai ben ik naar Chiang Khong gegaan met de bus. Ik kijk vanuit mijn kamer uit op de Mekong rivier en op Laos.

In Chaing Khong huurde ik een brommert en ben ik naar Chiang Saen gereden en daarna naar de Golden Triangle, bij het dorpje Sop Ruak, met uitzicht vanuit Thailand op Myanmar en Laos, apart hoor. Vooral vanaf een heuvel waar ook een mooie 'wat' op staat heb je een prachtig uitzicht. O ja, en bij de Golden Triangle ben ik nog in het Opium Museum geweest, leuk en leerzaam. Overigens was vroeger de Golden Traingle een gebied van duizenden vierkante kilometers in voornoemde landen waar papaver werd gekweekt waaruit opium werd gewonnen. Iets buiten Chiang Khong is een Chinese begraafplaats waar 200 Kwo Min Tang strijders (Chinese nationalisten) liggen begraven. Poort was op slot, maar ben door prikkeldraad toch naar binnen weten te sneaken.

Op 7 januari heb ik Thailand verlaten en ben met een longtailboot de Mekong overgestoken. Na de nodige grensformaliteiten ben ik dan in Laos en het plaatsje heet Huay Xai. Het is er meteen ook minder georganiseerd, rommeliger en armoediger dan in Thailand.

Naar de paar dagen heb ik de slowboat genomen van Hau Xai naar Luang Prabang, je overnacht dan in Pak Beng, dat helemaal vol staat met guesthouses en hotels. De bootreis over de Mekong rivier is prachtig en duurt 2 dagen.
Volgens de reisgidsen zijn de slowboats uitgerust met houten bankjes. Je kunt je voorstellen dat dat niet erg comfortabel is. In Huay Xai verkoopt men daarom dan ook kussentjes, om eventueel billenleed te verzachten danwel te voorkomen. Maar aangekomen bij de boot bleek deze (nagenoeg geheel) te zijn uitgerust met autostoelen, dus heerlijk zacht, ook de tweede dag was dat het geval. Mijn kussentje is te koop.

Luang Prabang is een mooie stad en is opgenomen op de Unesco Werelderfgoederenlijst, vrachtwagens en bussen zijn niet welkom in het centrum en de maximale bouwhoogte is 3 verdiepingen. Franse invloeden zijn hier goed zichtbaar. Ik ben er naar Luang Prabang Nationaal Museum geweest, in het voormalig Koninklijk paleis. In het paleis wordt Pha Bang bewaard, een beeldje van 83 cm hoog dat als buitengewoon belangrijk wordt beschouwd. Mensen zijgen op hun knieën en aanbidden het. Op het terrein staat ook een prachtige tempel, Wat Ho Pha Bang, het is de bedoeling dat de Pha Bang daar te zijner tijd in komt te staan. Eén keer per jaar wordt de Pha Bang in een processie door de stad, die zijn naam aan het beeld heeft te danken, gedragen.
Ook Phu Si bezocht, via iets van 300 traptreden, omhoog, maar later ook naar beneden, met een prachtig uitzicht over de stad en omgeving en de Mekong. In de stad kom ik vaak medepassagiers van de slowboat tegen.

Op 13 januari ben ik naar Wat Mai Suwannaphumaham toe geweest: mooi! Daarna een bezoekje gebracht aan een shrine die is geplaatst over een voetstap van de Buddha; als die echt zou zijn zou de Buddha minimaal even groot zijn geweest als een Brontosaurus, haha. Ten slotte Wat Xieng Thong bezocht, ook alweer mooi, met onder andere een liggende Buddha.

Gisteren, de 14de, een mountainbike gehuurd en naar het graf van Henry Mouhot gefietst, een aantal kilometers buiten de stad. Die ligt daar toch even prachtig begraven, zeg! Hij is de 'ontdekker' van Angkor wat, Cambodja en is in 1861 in Luang Prabang overleden aan malaria.
Ook de UXO bezocht, zie evt. www.uxolao.gov.la . Deze organisatie houdt zich bezig met het in kaart brengen en opruimen van 2 miljoen ton (!) bommen die in de jaren 1964-1973 in Laos zijn gedropt door de VS. Van deze 2 miljoen ton is een deel (30% volgens de website) nooit ontploft en nagenoeg elke dag komt in Laos nog een persoon om of raakt hierdoor gewond. Een indrukwekkend bezoekerscentrum.

Ik ga morgen naar Vang Vieng en daarna naar Vientiane, de hoofdstad van Laos.